L.S. De Robbert
Zorgvisie-Zorgbeleid
Zorgvisie
De basis van onze zorgvisie ligt in onze opdracht om ‘met brede zorg te werken aan de
ontplooiing van iedere leerling’. Dit is één van de pijlers van het Opvoedingsconcept voor het
Katholiek Onderwijs in Vlaanderen.
Brede basiszorg staat voor de blijvende bekommernis om alle leerlingen optimale kansen te
geven. Het is de zorg om leerlingen vanuit hun talenten en mogelijkheden als totale persoon
te laten ontwikkelen. Die zorg beperkt zich niet tot het cognitieve, maar richt zich op alle
ontwikkelingsdomeinen. Voor leerlingen die in hun ontwikkeling of leren bedreigd zijn,
ontwikkelen we als school doelgerichte initiatieven. Daarvoor overleggen we voortdurend met
alle leden van het schoolteam en werken we samen met alle betrokkenen. Dat zijn onder
meer de leerling zelf, zijn ouders, leerkrachten, leden van het zorgteam, medewerkers van
het CLB,...
Omdat we in groei geloven, werken we continu op zorgzame wijze aan ontwikkelingskansen.
Zorg is iets wat overal in voorkomt, iets wat leeft binnen de schoolmuren; het is een manier
van kijken naar, van denken over, het gaat over een zorgbrede aanpak op alle terreinen; het
is een manier van zijn.
Ons zorgbeleid is opgebouwd als een continuüm, bestaande uit vier fasen. Continuüm
betekent een doorlopend, aansluitend geheel. De zorgwerking vloeit over naar een
intensievere vorm van zorg, indien dat nodig is.
● Fase 0: Brede basiszorg
Onderaan in het zorgcontinuüm staat de brede basiszorg. De brede basiszorg die je
als leerkracht aan alle leerlingen biedt, kan je vergelijken met de zorg van ouders
voor hun kinderen. Zoals een ouder zorgt voor zijn kind, zo zorgt de leerkracht voor
zijn leerlingen: hij houdt rekening met de verschillen tussen de leerlingen.
De leerkracht is de spilfiguur van zorg.
● Fase 1: Verhoogde zorg
Soms volstaat brede basiszorg niet of slechts gedeeltelijk om tegemoet te komen aan
wat een leerling nodig heeft om een onderwijsdoel te bereiken. De
onderwijsomgeving dient aangepast te worden. We gaan op zoek naar de specifieke
onderwijsbehoeften van de leerling. We zoeken welke Redelijke Aanpassingen nodig
zijn om het Gemeenschappelijk Curriculum na te streven. Ondersteund door het
zorgteam voorziet de leerkracht verhoogde zorg, bij voorkeur binnen de klascontext.
● Fase 2: Uitbreiding van zorg
Voor een kleiner aantal leerlingen volstaat de verhoogde zorg uit fase 1 niet. Ouders,
leerkrachten, de leerling zelf of het CLB kunnen dit signaleren aan het zorgteam. Het
zorgteam overlegt met alle betrokkenen en zoekt welke bijkomende ondersteuning
nodig is voor de verdere begeleiding van die leerling. We gaan na of de leerling recht
heeft op ondersteuning vanuit het Leersteuncentrum.
● Fase 3: Individueel Aangepast Curriculum
Als het zorgaanbod van onze school en eventuele ondersteuning door externen
onvoldoende antwoord bieden op de onderwijsbehoeften van de leerling,
krijgt de leerling een verslag. Hierdoor kan er afgeweken worden van het
gemeenschappelijk curriculum. Er volgt een studievoortgang op basis van een
Individueel Aangepast Curriculum in het gewoon onderwijs of in het buitengewoon
onderwijs.
Afbeelding van het zorgcontinuüm:
Zorgbeleid: een continuüm van zorg op school
Het zorgbeleid in onze school kadert binnen deze zorgvisie.
Fase 0 : Brede basiszorg
De eerste fase van het zorgcontinuüm is de brede basiszorg.
De leerkracht zorgt voor kwaliteitsvol onderwijs door een krachtige leeromgeving te
realiseren. Fase 0 is met andere woorden de basisdidactiek. Hoe beter we die
uitbouwen, hoe minder leerlingen nood hebben aan uitbreiding van zorg of
verhoogde zorg.
Krachtige leeromgeving
In onze school zorgen we voor een krachtige leeromgeving, we zorgen voor
leersituaties die sterk uitdagend zijn. Ze bevatten veel doe-activiteiten,
probleemsituaties die aangepast zijn aan het niveau van de leerling of leerrijke
inhouden. Bij zulke leeromgevingen voelen leerlingen zich maximaal betrokken.
De leerkracht houdt zoveel mogelijk rekening met het ontwikkelingstempo, de
individuele mogelijkheden en de achtergrond van elke leerling.
Concreet betekent dit:
-Dat de leerkracht aandacht schenkt aan een positief klasklimaat. Dit kan door goede
afspraken te maken, door open te staan voor de ideeën, meningen en de
gevoelswereld van elke leerling, door aandacht te hebben voor de verschillen tussen
de leerlingen. Meer info hierover vind je in ons beleid rond welbevinden op school.
-Dat de leerkracht in de les rekening houdt met de beginsituatie van de leerlingen.
-Een flexibele klasorganisatie waarin verschillende werkvormen gehanteerd worden.
Voorbeelden hiervan zijn klasdoorbrekend werken, groepswerk, kringgesprekken.
Afstemmen op de behoeften van de leerling
Door gericht te werken biedt de leerkracht optimale onderwijskansen voor een brede
ontwikkeling van alle leerlingen. Hij vertrekt vanuit de talenten van het kind, het
positieve staat centraal. Dit legt de nadruk op groeikracht.
Door de ontwikkeling van alle leerlingen systematisch op te volgen, kan de leerkracht
gericht inspelen op de onderwijsbehoeften van elke leerling. Daartoe voert onze
school een doordacht evaluatiebeleid.
We volgen op een brede manier de stappen op die leerlingen in hun ontwikkeling
zetten, onder meer via:
-observaties
-klastoetsen en rapporten
-LVS
-screeningslijst voor werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling (EGGO+)
-klasbesprekingen
-gesprekken met kinderen en/of hun ouders
Breed kijken naar leerlingen en hen opvolgen kan niet zonder dat je gegevens
verzamelt en registreert. Het leerlingendossier brengt de ontwikkeling van de leerling
zo ruim mogelijk in kaart. Alle leerlingen worden systematisch opgevolgd.
Als een leerling opvalt omdat hij zich anders, sneller of langzamer ontwikkelt, wordt
deze zorg door de leerkracht geanalyseerd om de onderwijsbehoeften te achterhalen
en om interventies te plannen.
Mogelijke interventies:
-de instructie voor een kleiner groepje leerlingen herhalen
-materiaal voorzien om het denkproces te ondersteunen
-meer tussenstapjes voorzien
-leerlingen elkaar laten helpen
-binnenklasdifferentiatie: in opdracht, in tempo, in hoeveelheid; zowel voor minder
sterke als voor sterkere leerlingen
-individuele bundels voor leerlingen, contractwerk
-hoekenwerk
-...
Betrokkenheid: samen school maken
Binnen een continuüm van zorg ontwikkelt zich een continuüm van overleg en
communicatie met alle betrokkenen: de leerlingen, de ouders, het schoolteam, het
CLB, de externen. Alle betrokkenen hebben er baat bij om eerlijk en correct op een
bevattelijke manier te worden geïnformeerd en geraadpleegd. Wederzijds respect en
het ernstig nemen van elkaars inzichten en meningen verhoogt het vertrouwen, de
doelgerichtheid en de afstemming op elkaar.
Mogelijke interventies:
-de leerkracht heeft geregeld gesprekjes met een leerling
-communicatie met ouders via de agenda, mail en oudercontacten
-ouders worden betrokken bij activiteiten
-handelingsgerichte overdracht van leerlinggegevens aan het eind van de lagere
school: de leerkracht stelt samen met de leerling en de ouders een BaSO-fiche op
-klasbespreking: op geregelde tijdstippen komt iedere klas systematisch aan bod
voor een bespreking met het zorgteam.
-overgangsbespreking: gesprekken tussen leerkrachten bij het overgaan naar een
volgend leerjaar
-zorgoverleg: leerlingen met speciale onderwijsbehoeften worden besproken met de
zorgleerkracht of met de zorgcoördinator. Samen zoeken we naar een effectieve
aanpak in de klas.
-overleg met het CLB
-collegiaal overleg/horizontaal overleg tussen leerkrachten van een leerjaar
-...
Onze visie op huiswerk vertrekt eveneens vanuit de brede basiszorg. Dit resulteert in
een doordacht huiswerkbeleid. Hierover vind je meer info op de site.
Fase 1 : Verhoogde zorg
Als we ondervinden dat de ontwikkeling van een leerling niet vlot, ondanks het
creëren van een krachtige leeromgeving en de afstemming op de behoeften van de
leerling zoals in fase 0 bij de brede basiszorg omschreven is, bespreken we tijdens
een zorgoverleg welke stappen we samen kunnen zetten om het
ontwikkelingsproces een stimulans te geven.
De maatregelen uit fase 0 blijven hier uiteraard gelden!
Krachtige leeromgeving
De leerkracht zoekt naar een manier om de opdrachten aan te passen aan de
specifieke onderwijsbehoeften van de leerling.
Afstemming op de behoeften van de leerling
De leerkracht observeert waar het goed gaat en waar en wanneer het fout gaat. Ook
de zorgleerkracht kan een observatie doen of de klasgroep overnemen zodat de
leerkracht kan observeren.
Aan de hand van deze observaties wordt gekeken naar wat de leerling nodig heeft
om een doel te bereiken. We streven ernaar dit te doen volgens de principes van
handelingsgericht werken.
Vanuit een gedeelde deskundigheid zoekt de leerkracht samen met het zorgteam
naar de aanpak van speciale onderwijsbehoeften. We gaan na hoe we de aanpak in
de klas op de noden van de leerling kunnen afstemmen.
Voor sommige leerlingen of groepjes leerlingen zal de leerkracht in deze fase extra
stimuleren, remediëren of compenseren.
Ook anderstalige nieuwkomers hebben specifieke onderwijsbehoeften, ook hen
willen we optimale ontwikkelingskansen bieden.
Betrokkenheid: samen school maken
In deze fase bespreekt de leerkracht met het zorgteam de leerlingen waarvoor
verhoogde zorg van toepassing is. Ze analyseren de onderwijsbehoeften en bepalen
acties. Ze evalueren deze acties en sturen indien nodig bij.
Concreet:
-De zorgleerkracht wordt ingeschakeld voor extra inoefening, herhaling, verdieping.
Ook anderstalige leerlingen kunnen bij de zorgleerkracht ondersteuning krijgen.
-De zorgleerkracht neemt de klas over, zodat de klasleerkracht de leerlingen met
deze specifieke noden een extra stimulans kan geven.
-Individuele remediërings- en verdiepingsbundels worden samengesteld.
-Aangepast huiswerk voor leerlingen met specifieke maatregelen.
-Opstellen van een individueel werkplan rond gedrag en werkhouding.
-Aangepast materiaal zoals stoel, tafel, stetro…
-Socio-emotionele begeleiding bij de zorgcoördinator: werken rond gevoelens,
welbevinden,…
Fase 2: Uitbreiding van zorg
Als blijkt dat de maatregelen die voor de leerling in fase 1 genomen werden
ontoereikend zijn, dan gaan we over naar fase 2: Uitbreiding van zorg. De
maatregelen van fase 1 blijven gewoon gelden.
Indien de schoolinterne expertise ontoereikend blijkt te zijn om de leerling verder te
brengen in zijn ontwikkeling, dan worden de noden van die leerling besproken op het
MDO. We doen beroep op de expertise van het CLB. Samen bekijken we welke
stappen verder gezet kunnen worden.
Het MDO (multidisciplinair overleg) is een formeel overleg dat op afgesproken
tijdstippen of op vraag van één van de betrokkenen plaatsvindt. Het MDO resulteert
in een zorgplan voor die leerling. Het resultaat wordt besproken met de ouders en
–op niveau- met de leerling.
Krachtige leeromgeving
Bij uitbreiding van zorg overleggen we met alle betrokkenen hoe we de leeromgeving
voor bepaalde leerlingen of voor een bepaalde leerlingengroep nog krachtiger,
intensiever en gerichter kunnen maken. Dit bespreken we op het MDO en leggen we
vast in een zorgplan.
Afstemming op de behoeften van de leerling
De hulpvraag wordt tijdens het MDO verder geanalyseerd.
Het zorgteam zoekt samen met de leerkracht en het CLB welke
differentiatiemaatregelen afgestemd zijn op de onderwijsbehoeften van de leerling.
Door het toepassen van sticordi-maatregelen trachten we als school tegemoet te
komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling om zo het gemeenschappelijk
curriculum te kunnen blijven volgen. Indien aangepaste maatregelen het getuigschrift
basisonderwijsmogelijk in het gedrang brengen, wordt dit met de ouders uitdrukkelijk
besproken.
Betrokkenheid: samen school maken
Indien de ouders hiermee instemmen, start het CLB een handelingsgericht
diagnostisch traject met een leerling. Aan de hand van een brede probleemanalyse,
met aandacht voor leerling- en omgevingskenmerken en eventueel een diagnostisch
onderzoek, komt het CLB tot een indicatiestelling van wat deze leerling nodig heeft in
het onderwijs en eventueel in de opvoeding. Dat bespreekt het CLB nadien met alle
betrokkenen.
Als school staan we in voor de zorg op school. We overleggen met de ouders en de
leerling de specifieke maatregelen zoals compenseren en dispenseren, en eventuele
curriculumdifferentiatie. Dispenseren betekent dat de leerling vrijgesteld wordt van
bepaalde onderdelen van het gemeenschappelijk curriculum zonder dat het behalen
van het getuigschrift in het gedrang komt. Zo voorkomen we dat de leerling afhaakt
wanneer een bepaalde situatie te frustrerend wordt.
De leerkracht en het zorgteam bepalen mede de individuele aanpak op basis van de
adviezen uit het diagnostisch traject. We geven aan wat haalbaar is binnen en buiten
de klas op school. We overleggen samen met het CLB en stemmen af met eventuele
externe hulpverleners.
Op dit niveau spitst de zorg zich toe op het gepast leren omgaan met leer-, gedragsen ontwikkelingsproblemen en leer-, gedrags- en ontwikkelingsstoornissen. Bij leeren ontwikkelingsstoornissen is een diagnose belangrijk maar niet noodzakelijk. We
kunnen als school ook los daarvan tot actie overgaan.
Naargelang de noden zullen we soms compenserende en/of dispenserende
maatregelen nemen. Het is echter belangrijk om te blijven geloven in de groei van de
leerling. Ook na de diagnose van leer-, gedrags- of ontwikkelingsstoornissen is het
noodzakelijk om aangepaste oefenkansen te blijven creëren.
De klassenraad bepaalt in hoeverre het curriculum kan of mag aangepast worden.
Dat heeft namelijk ook gevolgen voor de evaluatie en het behalen van het
getuigschrift basisonderwijs. Compenserende en dispenserende maatregelen
worden vermeld op de BaSO-fiche, zodat de secundaire school daarop verder kan
gaan.
Niet alle leerlingen bereiken dezelfde leerdoelen of beheersen die op eenzelfde
niveau. Voor sommige leerlingen kan de leerkracht alleen ingaan op de basis van de
leerplannen. Dan krijgen leerlingen meer tijd om de meest elementaire aspecten te
beheersen. We spreken dan van curriculumdifferentiatie. Dit wordt steeds met de
ouders en de leerling besproken.
Als school kunnen we in samenspraak met het CLB ouders adviseren om naschools
externe hulp in te roepen (logopedist, revalidatiecentrum, kinesist, psycholoog,…).
De ouders beslissen of ze daarop ingaan. Een goede communicatie tussen de
verschillende partijen is noodzakelijk.
Sommige leerlingen hebben nood aan extra uitdaging. Binnen een klasgroep kan
goed uitgebouwde differentiatie tegemoetkomen aan verschillen tussen de leerlingen
en hun onderwijsbehoeften. Daardoor kunnen we als school het versnellen van de
loopbaan tot een minimum beperken.
De overheid voorziet maatregelen voor de ondersteuning van leerlingen met
specifieke onderwijsnoden in het gewoon basisonderwijs. We gaan na of de leerling
recht heeft op hulp vanuit dit Leersteuncentrum. Onze school werkt hiervoor samen
met Vrij Leersteuncentrum Limburg en Specifiek Leersteuncentrum Limburg.
Fase 3: Individueel Aangepast Curriculum
Specifieke onderwijsbehoeften vragen om aanpassingen in de school en/of klas.
De inspanningen die we als school doen om de nodige zorg voor een leerling te
realiseren, hebben niet altijd het gewenste resultaat: de leerling functioneert niet
beter, voelt zich nog steeds niet helemaal goed op school, de ontwikkeling
stagneert,… De aanpassingen kunnen soms niet voldoende zijn om ervoor te zorgen
dat de leerling het gemeenschappelijk curriculum (GC) kan blijven volgen.
De aanpassingen kunnen ook disproportioneel zijn waardoor ze niet redelijk zijn voor
de school.
Het CLB-team, de leerling, zijn ouders en de school kunnen dan beslissen om een
‘verslag’ op te maken.
Leerlingen met een IAC-verslag kunnen les volgen in het gewoon onderwijs of in het
buitengewoon onderwijs. Inschrijven in het gewoon onderwijs gebeurt onder
ontbindende voorwaarde.
Een gemeenschappelijk curriculum (GC) wil zeggen dat de leerling de
leerdoelen volgt van de groep waarin hij zit. De leerdoelen zijn wat de leerling
moet kennen en kunnen om een diploma of studiebewijs te halen of aan te
sluiten op het vervolgonderwijs.
Een individueel aangepast curriculum (IAC) wil zeggen dat leerdoelen op maat
van de leerling worden opgesteld en hij de doelen van het gemeenschappelijk
curriculum niet hoeft te halen.
Binnen het individueel aangepast curriculum wordt er steeds nagegaan of een
terugkeer naar het gemeenschappelijk curriculum mogelijk is.
Dit zorgbeleid werd samengesteld op basis van het ‘vademecum zorgbreed en
kansenrijk onderwijs’ van het katholiek basisonderwijs, geïnspireerd door de visie en
de overtuiging van het leerkrachtenteam.
Zorgteam
Het zorgteam in onze school bestaat uit de directie, de zorgcoördinator, de zorgleerkrachten
en de CLB-medewerker. Binnen het zorgteam worden de opdrachten verdeeld in functie van
de visie en het zorg- en gelijke kansenbeleid van de school.
Het zorgteam begeleidt leerkrachten, leerlingen, ouders en overlegt met externen.
De zorgcoördinator is samen met de directie eindverantwoordelijke voor het zorgbeleid op
school, maar een goed zorgbeleid is een gedeelde verantwoordelijkheid van allen.
Katholiek Basisonderwijs Hamont-Achel vzw (KBHAvzw), Wal 14, 3930 Hamont-Achel -info@kbha.be-www.kbha.be- RPR Antwerpen, afd. Hasselt – 0432.225.268