(link naar de volledige versie in pdf)
Voorwoord
Pesten is iets van alle tijden en komt voor in alle bevolkingsgroepen. Ook in onze school worden kinderen wel eens gepest. Wij, leerkrachten/opvoeders, worden daarmee geconfronteerd. Het is niet altijd evident om hiermee om te gaan. Het roept heel wat vragen op bij ouders, leerkrachten en leerlingen.
Hoe kunnen we het best reageren? Kunnen we dit voorkomen? Wie is hier het slachtoffer en hoe kunnen we helpen? Hoe informeer je de ouders van de betrokken leerlingen? Enz. …
Ons team was daarom ook voortdurend zoekende naar juiste antwoorden. We beseften natuurlijk dat er niet één juist antwoord is, maar dat elke situatie anders is.
Eind jaren negentig werd ‘zorgverbreding’ ingevoerd in onze lagere school. Extra uren ter ondersteuning van de leerkrachten en leerlingen. De noden werden onder ogen gezien. Later evolueerde dit naar ‘ Gelijke OnderwijsKansen’ en de komst van een zorgcoördinator in de Vlaamse scholen.
Met de komst van onze zorgcoördinator en GOK-coördinator op school, kreeg het team een extra steun in de rug. De komst van ‘externen’ die het team kunnen bijstaan, zowel op logistiek vlak als in de praktijk, zorgde ervoor dat er ruimte gecreëerd kon worden voor het opstellen van concrete plannen, maar ook voor concrete hulp. De leerkracht stond er niet meer alleen voor.
De GOK-coördinator werd vooral ingeschakeld om de plannen, in samenspraak met het team, uit te werken. Daarin werden o.a. ook de pijlers socio-emotionele vaardigheden en diversiteit opgenomen. Dit resulteerde al in een aantal voorzichtige stappen naar planmatige pest-preventie, waarbij onze zorgcoördinator een belangrijke ondersteunende rol speelde bij de uitvoering ervan.
In het schooljaar 2008-2009 woonden we met de zorgcel van onze school een nascholing bij in het kader van ‘welbevinden op school’. Tijdens deze studiedagen kwamen we tot de vaststelling dat we ons voornamelijk hadden gefocust op de interventie en minder op de preventie van pesten. Aan de hand van de preventiepiramide (Johan Deklerck) stelden we ons eigen beleid rond pesten op.
De leerlingen elke dag verwelkomen in een aangename school, waar ze zich goed voelen en zichzelf mogen zijn: daar ligt de basis van onze preventie! We waren er in het verleden uiteraard ook mee bezig als leerkracht, maar minder bewust dat we daar samen met de leerlingen en de ouders aan moeten werken.
Wij geloven in : Samen school maken!
Bij het uitwerken van een beleid kiezen we bewust voor een brede, integrale aanpak. Daarom zoeken we een combinatie op van:
Deze omvattende aanpak doorbreekt de klassieke preventiedefinitie, waarbij gemikt wordt op ‘het voorkomen of opruimen van risicofactoren’. Bij een bredere kijk op preventie verrijken we de louter probleemgerichte aanpak met een meer positieve focus.
Bij het voltooien van deze complexe opdracht maken we gebruik van de preventiepiramide van Johan Deklerck. Het eerste wat opvalt, is de piramidestructuur: de onderste lagen of niveaus ‘dragen’ de bovenste en zijn in die zin ‘fundamenteel’.
Ons schoolbeleid is gericht op het versterken van het welbevinden en bevat dus maatregelen op niveaus 1,2,3 en 4.
In de laatste week van augustus worden alle kinderen en hun ouders uitgenodigd op school om kennis te maken met hun nieuwe klasleerkracht, klasgenootjes en de klas. Kwestie van een veilig en vertrouwd gevoel te bieden bij de start van het schooljaar.
In de tweede of derde week van september worden de ouders nogmaals uitgenodigd op school. Ditmaal om de werking van de school en de klas te duiden, een mogelijkheid te bieden tot vragen stellen en eventuele praktische of structurele veranderingen te verduidelijken / uit te leggen.
Bij de start van een nieuw schooljaar wordt aan alle leerlingen, leerkrachten, poetspersoneel, secretaresses, … gevraagd om hun naam op een kaartje te schrijven. Als er dan iemand jarig is op school, krijgt die jarige een verjaardagskaart waarop iedereen zijn/haar naam staat. Iedereen feliciteert op deze manier de jarige. Er worden ook borden in de onderbouw en bovenbouw versierd met de jarigen van de maand. Zo kan iedereen zien wie er die maand jarig is.
Hier wordt aan gewerkt in het MOS-project (Milieu-educatie Op School).
De speelplaats krijgt elk jaar een groener kader dat zowel tijdens het spelen als tijdens de lessen een rol kan spelen.Een vlechtwand van snoeisel en hutten van wilgentenen zijn hiervan een voorbeeld.
Uiteraard worden ook speeltuigen en spelmateriaal niet uit het oog verloren. Soms krijgt de leerlingenraad ook inspraak bij het aankopen van dit materiaal.
Ingezameld geld door acties, vb de sponsorloop, wordt gebruikt om de speelplaats kindvriendelijker te maken.
Elk jaar wordt de vastenperiode op school afgesloten met een Afrika-markt. De leerlingen verkopen aan én kopen van elkaar. Ook de ouders en sympathisanten worden uitgenodigd op deze gezellige markt. De opbrengst gaat integraal naar het Rwandees charity-project, dat tijdens de vasten uitgebreid wordt toegelicht in de hogere klassen door de directeur. Op deze manier komt hij ook nauw in contact met alle kinderen van onze (grote) school. Zo verkleint hij de afstand tussen hem en zijn leerlingen en wordt het spontane contact gemoedelijker.
Ieder jaar wordt er intensief gewerkt rond de voorleesweek, de boekenweek, de verkeersweek, het muzisch project.
Tijdens deze weken wordt er klasdoorbrekend gewerkt. De basis wordt telkens uitgewerkt door een werkgroep van leerkrachten, eventueel bijgestaan door externen (zoals bv. de bibliotheek, de compostmeester, andere scholen, de politie, …)
Jaarlijks wordt er nagedacht over een manier om onze leerlingen, met hun ouders, in en rond onze school samen te brengen op een ontspannen wijze.
Van zodra er een minimum aan anderstalige leerlingen zich aanmeldt op onze school, start men de procedure tot aanvraag om extra uren. Maar ongeacht of we de extra lesuren toegekend krijgen, worden deze anderstaligen individueel begeleid, zowel in de klas als buiten de klas.
Kwestie van deze kinderen op hun gemak te stellen en een veilig gevoel te geven. En uiteraard om de basis van het Nederlands onder de knie te krijgen.
Elke leerling/leerkracht/ouder op onze school wordt bij het begin van het schooljaar voorgesteld aan onze zorgjuf. Zij is er voor alle partijen. Ze biedt een luisterend oor, gaat in gesprek, zoekt samen naar oplossingen, enz. Dit allemaal ter bevordering van het welbevinden van alle betrokkenen in onze school.
De ideale ruimte om gezellig met de hele klas samen te kokerellen.
Dit werd tijdens een pedagogische studiedag in de verf gezet.
Dit is een vaardigheid die bij leerkrachten van uiterst belang is, maar niet altijd als vanzelfsprekend kan/mag beschouwd worden.
Om de ouders zo goed mogelijk op de hoogte te houden over het reilen en zeilen van de school, beschikt de school over een eigen website. www.derobbert.be
Hierop kan je tal van schoolgerelateerde zaken terugvinden zoals bv. het schoolreglement, algemene informatie, foto’s van activiteiten, links naar oefenblaadjes per leerjaar,…
Zowel op sportief als creatief vlak staan de leerlingen en leerkrachten hun mannetje.
> sportief:
Zoals de trefbaltornooien, een initiatief van de scholengemeenschap. Deze tornooien vinden plaats tijdens de lessen.
Maar ook buitenschools tracht men de kinderen te motiveren met uiteenlopende sportieve wedstrijden: cross der jongeren, voetbaltornooi, groene halve marathon, …
> creatief:
Droom je school, ontwerp je eigen speelplaats, muzisch project …
Onze school situeert zich in de stadskern. Verkeersveiligheid verdient uiteraard extra aandacht.
De werkgroep werkte een bijzonder effectief plan uit om het fietsend of te voet naar school komen te promoten, alsook het gebruik van fietshelmen en fluovestjes.
De leerlingen kunnen nu punten verdienen als ze bovenstaande initiatieven navolgen, de winnende klas verdient een zwembeurt of een uitstapje naar de speeltuin.
Rechtstreeks op school of telefonisch bemoedigende gesprekken voeren met de leerkracht. Onrechtstreeks via de agenda, heen-en-weer-schriftje, een briefje, …
We streven open communicatie via de agenda na.
We zijn er ons van bewust dat de agenda het eerste sleutelelement is in een goede communicatie met de ouders.
In de klassen, de gangen, op de speelplaats, maar ook tijdens specifieke tentoonstellingen worden werkjes van alle leerlingen al dan niet tijdelijk tentoon gesteld.
Op deze en andere momenten (bv. oudercontact, schoolfeest) kunnen deze werken bewonderd worden door ouders en sympathisanten.
Gedurende het schooljaar zijn er kansen om ook andere talenten dan beeldend werk te laten zien.
In de klas, in samenwerking met de kleuterschool (bv. opvoeren van poppenkast), tijdens schoolfeesten of tijdens themaweken krijgen de leerlingen - die daar voor open staan - de kans zich in de kijker te zetten met hun specifieke talent. Dat kan sportief zijn of creatief of muzikaal of ….
De eerste dagen worden met de kinderen een aantal afspraken overlopen of herhaald i.v.m. de eetzaal (zie eetzaalreglement), speelplaats (zie speel-
plaatsreglement), rijen, fietsenstallingen, poorten (vlaggetjes > zie afspraken verkeerswerkgroep), …
In de klas worden er afspraken op papier gezet waar iedereen zich goed bij voelt. Zowel de leerkracht als de kinderen krijgen hier inspraak. Deze afspraken krijgen een duidelijk plaatsje in de klas. Afspraken rond orde in de klas, maar zeker ook over omgaan en samenleven met elkaar!
Mogelijkheid om je ervaringen te delen met de zorgjuf.
Deze brievenbussen vind je terug in de onder- én in de bovenbouw van de school.
Naar aanleiding van bepaalde briefjes kan het zijn dat de zorgjuf betrokken kinderen extra begeleidt, observeert, uitnodigt voor een babbel, …
Regelmatig zijn er klasgesprekken, al dan niet in een gecreëerd hoekje in de klas. In geval van discussies of ruzies, maar ook bij de start van de schooldag of …
Indien nodig kan de zorgjuf ondersteunend werken.
Volgende vaardigheden komen o.a. aan bod: omgaan met elkaar, omgaan met ruzie, op een fijne manier samen spelen en werken, jezelf voorstellen, opkomen voor jezelf,…
EGGO+ is een instrument dat ons toelaat om onze kinderen te observeren i.v.m. de werkhouding en sociaal-emotioneel gedrag.
We observeren de leerling a.d.h.v. een observatielijst. Elk afzonderlijk punt wordt begeleid met een uitgeschreven werkwijze om dat te beoordelen.
Tweemaal per jaar, nl. in oktober en april, worden deze lijsten gemaakt door alle klasleerkrachten. Daarna worden deze samen met de cognitieve balans per leerling besproken met de zorgleerkracht(en).
Als er nood aan is, bestaat er de mogelijkheid voor leerlingen om zich te sterken in hun sociale vaardigheden.
Aan de hand van groepsgesprekken, individuele gesprekken, stellingenspel, gezelschapspelen, … wordt er besproken hoe men die ervaart, welke reacties bepaald gedrag uitlokt, hoe je je kan inleven in de ander, wat men kan vermijden, enz.
Deze werkgroepjes worden ingericht zowel op vraag van de leerkracht als op vraag van de ouders.
Alle betrokken partijen rond het kind worden op de hoogte gebracht van eventuele problemen en ingelicht over de eventuele aanpak.
Deze werkgroepjes zijn uiteraard van vrijblijvende aard.
MEGA staat voor Mijn Eigen Goede Antwoord. De leerlingen leren hier omgaan met groepsdruk, assertief zijn, complimentjes geven aan elkaar, …
Dit zijn lessen ter voorbereiding van het secundair onderwijs. Als puber gaan ze bijvoorbeeld in de toekomst moeten beslissen of ze die aangeboden sigaret of dat alcoholisch drankje gaan aannemen. Tijdens deze lessen vernemen ze hoe ze kunnen weigeren, zonder gezichtsverlies te lijden. Deze lessen worden gegeven i.s.m. de lokale politie, o.a. om de kloof tussen de politie en de jongeren te verkleinen.
In 2009 namen we voor de eerste keer deel aan de themaweek ‘Vlaamse week tegen pesten’.
Vlaamse week tegen pesten: Wij kiezen kleur tegen pesten.
MAANDAG 16 FEBRUARI 2009
Opening: toneelstukje (Assepester?)
DEZE WEEK (vrij te kiezen wanneer)
Hier kan je een kringgesprek rond opbouwen. Er kan een stellingenspel aan gekoppeld worden.
Na deze les vullen alle kinderen een bevraging rond pesten in.
Bespreek ook met de leerlingen welke maatregelen er genomen worden als er nog gepest wordt.
Hier vind je o.a. informatie over de ‘vippie-pas’.
Hier kan je ook online een pestspel spelen.
Of kijk in de studio op de tafel tegen de muur. Daar liggen een aantal boeken,
boekenlijsten, spelletjes,…die je kan gebruiken. Op de eerste computer in de studio staat een ‘pestspel’.
Je kan het daar even bekijken of het iets voor jouw klas is.
DONDERDAG 19 FEBRUARI 2009
Ilse en Mieke komen rond en komen een stempel van de school zetten om de afspraken op de deur van de klas te bekrachtigen. We komen even binnen om de lln. een pluim te geven voor hun engagement.
Zowel in de onderbouw als in de bovenbouw wordt een brievenbus geplaatst waarin leerlingen hun ‘zorg’ kwijt kunnen. Ilse zorgt voor de verwerking van de post. De werking van deze bus wordt dan in iedere klas kort uitgelegd. Ideeën voor de benaming van de bus zijn steeds welkom!
In de Robporter brengen we verslag uit over de gebeurtenissen van deze week. We vragen ook bijdragen van de kinderen: een verslagje, een tekening, een gedicht,…
Steeds welkom bij Mieke!
Deze actie werd geëvalueerd en daarbij plaatste het team enkele kanttekeningen:
Vanuit veelal positieve reacties hebben we wel besloten elk jaar weer deel te nemen, rekening houdend met voorgaande opmerkingen.
Als school dient men te werken aan de eindtermen. Voor ICT zijn er dat 8 (tenminste voor de lagere school). Één van die eindtermen is “De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier”.
Daar er voor leerlingen van de basisschool nog maar weinig op de markt was, hebben we met een aantal ICT-coördinatoren besloten om zelf iets te maken. We hadden in een ver verleden een strip gekregen van de toenmalige minister van informatisering Peter Vanvelthoven, en die strip handelde over veilig ICT-gebruik. We hebben die strip ingescand, we hebben de teksten ingesproken, en we hebben er een filmpje van gemaakt.
Ons werkje wordt momenteel gratis aangeboden aan alle Vlaamse scholen. Je kan het gratis downloaden via www.ictnoordlimburg.be of via een link op Klascement.
Om te zien of ons werk door derden werd goed bevonden, hebben we meegedaan met een wedstrijd die georganiseerd werd door Klascement en Thinkquest (een organisatie die zich bezighoudt met veilig internet voor kinderen). Het feit dat van de 34 geselecteerde projecten ons werk als derde uit de bus kwam, was voor ons een grote opsteker. We mochten in Brussel onze prijs (een smartboard en een LCD-computerscherm) gaan afhalen.
Onrechtstreeks heeft ons project ook te maken met het cyberpesten. Na het bekijken van het filmpje start een lessenreeks over veilig internetten. Één van de aspecten van veilig internetten is het goede paswoordenbeheer. In het verleden heb ik het zelf al meerdere keren meegemaakt dat kinderen te nonchalant zijn in hun paswoordengebruik. Ze gebruiken te simpele paswoorden of durven het zelfs door te geven aan de vriendjes. Als er dan op een later tijdstip ruzie ontstaat kunnen deze paswoorden misbruikt worden en ontstaat (een vorm van) cyberpesten.
In het verleden heb ik dat zelf ervaren met kinderen van onze school. Een kind kreeg een lading scheldwoorden over zich heen via mail. De afzender stond natuurlijk in de mail, dus de dader was vlug gevonden… dachten we. Bleek achteraf dat de dader helemaal niets met deze mail te maken had, maar dat een derde persoon het paswoord misbruikt had.
Het filmpje “De sinistere site” met de daaraan gekoppelde lessen worden gegeven in de derde graad van het lager onderwijs.
Tijdens individuele gesprekken wordt er voornamelijk geluisterd naar de leerling (zowel slachtoffer als dader(s)). Het slachtoffer heeft het gevoel ergens terecht te kunnen met zijn/haar zorgen. Maar de ‘beschuldigde(n)’ hebben ook recht om hun uitleg te doen.
Ook hier onderstrepen we het belang van actief luisteren.
Deze gesprekken zijn nodig om duidelijk te maken dat het hier niet gaat over plagerijen, maar dat er inderdaad sprake is van pesten.
In het multidisciplinair overleg bepalen de leerkracht(en) samen met de zorgcel welke wegen te bewandelen. Er wordt desgewenst een handelingsplan opgesteld.
Indien pesten gesignaleerd wordt , kan er een algemene bespreking van het thema in de klas plaatsvinden. Uiteraard wordt hier niemand geviseerd.
Dit kan ook a.d.h.v. een boek, film, toneelvoorstelling,…
In de verwerking kan informatie teruggekoppeld worden naar de ervaringen van de leerlingen.
NO BLAME ziet pesten als een groepsprobleem. Feiten zijn niet het belangrijkst, wel de gevoelens van het slachtoffer. Alleen als het slachtoffer akkoord gaat met een straffeloze aanpak, is het zinvol. Het proces verloopt in 7 stappen:
Het leerkrachtenteam volgde een bijscholing over No Blame. Deze aanpak wordt toegepast in situaties die zich daartoe lenen. De zorgcoördinator overlegt met de klasleerkracht. Natuurlijk wordt ook de leerling in kwestie betrokken en goed ingelicht.
Meestal neemt de zorgcoördinator hier de begeleidende rol op zich.
De ouders van de betrokken leerlingen worden indien nodig op de hoogte gebracht van de deelname van hun kind aan zo’n groep. Om de rust te bewaren zal dit echter niet steeds het geval zijn. Wel worden alle kinderen aangemoedigd om thuis te vertellen wat er zich afgespeeld heeft. Ouders kunnen op vraag steeds verdere uitleg krijgen.
Bij hardnekkige problemen worden alle betrokken ouders uiteraard steeds ingelicht.
Getuigenis van de zorgjuf
‘Als ik het maar gewoon eens kan vertellen…’
Dit is vaak het antwoord als ik vraag hoe ik hen kan helpen bij het oplossen van hun probleem. Of het nu over ruzie met een vriendje gaat, over problemen thuis, over bang zijn in het donker of… over het feit dat ze wéér ‘dikzak’ geroepen hebben. Kinderen willen, net als volwassenen, serieus genomen worden. Het gevoel hebben dat er iemand tijd maakt om naar je te luisteren, is vaak het begin van de oplossing van je probleem.
De zorgbus geeft kinderen het gevoel dat ze zelf kunnen beslissen wanneer en over welk probleem ze willen praten. Elke zorg, van elk kind, wordt ernstig genomen. Samen proberen we een oplossing te zoeken, met de hulp van vriendjes, juf of meester, mama, papa,…
SAMEN kunnen we veel, heel veel!
Katholiek Basisonderwijs Hamont-Achel vzw (KBHAvzw), Wal 14, 3930 Hamont-Achel -info@kbha.be-www.kbha.be- RPR Antwerpen, afd. Hasselt – 0432.225.268